Gebouw

Vlasweverij De Stoop

Vlasweverij De Stoop werd opgericht door Camille De Stoop (1845 – 1923), die net als zijn vad­er bedri­jvig was in de han­del en bew­erk­ing van vlas. In 1886 – 1888 schakelde hij over op grootschalige pro­duc­tie met de bouw en inge­bruik­name van de eerste mech­a­nis­che wev­er­ij in Kortrijk gele­gen aan de Minister Liebaertlaan.

In 1888 wordt eve­neens een verver­ij en een blek­er­ij in gebruik genomen. Kort daar­na liet hij in de voor­ma­lige Gentsestraat 11 de directeur­swon­ing bouwen die, net zoals de vlasw­ev­er­ij, als mon­u­ment bescher­md is (zie achterkant heren­huis aan de link­erz­i­jde bij betre­den van de site). Het kan­toorge­bouw van 1927, naar ontwerp van de gebroed­ers J. en A. Moumal (Kortrijk), werd opgericht in neo-Vlaamse-renais­sances­ti­jl met enkele typ­is­che art-deco ele­menten. Ook een omweg waard is de katoen­spin­ner­ij De Stoop die werd opgetrokken in Manchesterstijl aan de Spinnerijkaai 43 – 45 op een kleine kilo­me­ter hiervandaan.

De vlasw­ev­er­ij bestaat uit een admin­is­tratief gedeelte van drie bouwla­gen met aanslui­tend een opslag­plaats met shed­dak. Het admin­is­tratief deel heeft een vierkantig grond­vlak met vooraan een ont­vangstru­imte, san­i­tair en bure­len. De kelder heeft een pla­fond van gemet­selde bak­ste­nen troggewel­ven en een vlo­er van Doornikse kalk­steen­tegels. Het weefate­lier van 20 traveeën heeft een trapez­i­umvormig grond­plan en is 1.950m². Elke travee is voorzien van een zaag­dak met noordgericht dak­licht. De lange zijde van het zaag­dak heeft een bedekking van rode Pottelberg pan­nen van Kortrijkse make­lij. De draagstruc­tu­ur bestaat uit gieti­jz­eren kolom­men waarop geboute lig­gers rusten die ver­ankerd zijn in het buiten­pare­ment. De vlo­er van het weefate­lier is gedeel­telijk uit­gevo­erd in Doornikse kalk­steen­tegels en gebakken tegels. De restanten van de elek­trische instal­latie bleven bewaard en zijn zicht­baar voor het publiek.

Na de Tweede Wereldoorlog, onder meer door de cri­sis in de vlas­sec­tor, nam de bedri­jf­s­ac­tiviteit ges­taag af. Het bedri­jf ging een paar keer in andere han­den en werd uitein­delijk ges­loten. Het pand stond vanaf het einde van de jaren 60 meer dan 25 jaar lang leeg. Liebaert Projects kocht onder lei­d­ing van de stichter wijlen Gery Van Tendeloo in 1999 een deel van het pand met als doel er een kun­sthal van te mak­en waar regel­matig ten­toon­stellin­gen en pro­jecten wor­den geor­gan­iseerd. Liebaert Projects zet zich verder in voor het behoud en de restau­ratie van dit indus­trieel erfgoed.